Het verhaal
In La Traviata wordt de welgestelde prostituee Violetta Valéry, die lijdt aan tuberculose, voorgesteld aan de jonge Alfredo Germont, die zegt dat hij van haar houdt. Voor hem geeft Violetta haar leven als demi-mondaine op en zij gaat met hem samenwonen. Op een zekere dag krijgt Violetta bezoek van vader Germont die haar verzoekt de relatie met zijn zoon te beëindigen, omdat deze een huwelijk van zijn dochter in gevaar zou kunnen brengen. Zij doet wat van haar gevraagd wordt. Alfredo keert zich woedend van haar af maar komt tot inkeer wanneer hij verneemt welk offer Violetta heeft gebracht. Samen met zijn vader bezoekt hij Violetta, maar het is te laat. Zij overlijdt in hun bijzijn.
Het alom tegenwoordige walsritme vormt de muzikale sleutel tot deze opera. De populaire gezelschapsdans vormde de soundscape van het Parijs van die jaren. In de opera geeft het uitdrukking aan de onstilbare behoefte aan vertier van de klanten van de in pracht en praal levende prostituee. De wals staat echter ook symbool voor het verlangen naar pure en oprechte liefde waarvan Violetta al sinds haar kindertijd droomt.
Verdi had ook een persoonlijke band met het centrale gegeven van het verhaal. Hij leefde ongehuwd samen met de voormalige operazangeres Giuseppina Strepponi, wier levensloop niet bepaald als ‘smetteloos’ te boek stond. Zelfs in Parijs moest de componist zich de kleinburgerlijke kletspraat over zijn relatie laten welgevallen. La Traviata kan worden gezien als een antwoord van de componist op de geruchten en roddels, maar Verdi’s artistieke ambities reikten veel verder. Hij zag het onderwerp als een probleem van zijn tijd en vatte het dan ook meer op als een moralistische parabel dan als een realistisch drama. Het thema van de vrouw die van de weg is geraakt (want dat betekent tra viata) kreeg in zijn opera een diepgaande en veel omvattende interpretatie die ook vandaag de dag niemand onberoerd kan laten.